Eisen
De volgende zaken zijn aan de Testersuite kant nodig om de koppeling tussen Azure Devops en Testersuite op te zetten:
- Een Testersuite Premium abonnement
- Een actieve Testersuite gebruiker van het type Integratiegebruiker
Instellingen
De Azure DevOps koppeling is heel makkelijk in te stellen. Gebruikers die binnen de Testersuite omgeving de rol Beheerder hebben vinden de instellingen onder het menu Beheer→ Integraties → Azure DevOps (tabblad).
De instellingenpagina bevat de volgende velden:
- Actief – Bepaalt of de integratie aan of uit staat.
- Testersuite Integratiegebruiker – Deze gebruiker wordt gebruikt om veranderingen vanuit Azure DevOps door te kunnen voeren in Testersuite. Een integratiegebruiker kan worden aangemaakt in de Testersuite admin portal.
- Azure DevOps omgeving URL – De URL van de Azure DevOps omgeving waarmee je wilt verbinden
- Authenticatie methode – Kies hoe je wilt authenticeren. Dit kan op twee manieren. Afhankelijk van je keuze krijg je de velden te zien die bij je keuze horen:
- Personal Access Token
- Met een Personal Access Token kun je vanuit Testersuite verbinden met een bestaande Azure DevOps gebruiker. hoe je dit instelt vindt je op pagina Personal Access Token aanmaken.
- Microsoft Entra
- Wil je verbinden via Microsoft Entra? Dan kun je deze optie kiezen. Hoe je dit vervolgens instelt vind je op de pagina Authenticeren via Microsoft Entra.
Wanneer de gegevens zijn opgeslagen, en de connectie succesvol is gelegd wordt dit onder ‘Verbinding‘ weergegeven in een groene melding.
Bevinding velden
Wanneer de connectie tussen Testersuite en Azure DevOps succesvol is opgezet is de knop ‘Bevinding velden‘ beschikbaar. Het laden van deze pagina kan even duren door de data die wordt opgevraagd van Azure DevOps.
Op deze pagina kun je voor de verschillende processen die bestaan binnen de gekoppeld Azure DevOps instantie een zogenaamde mapping opzetten tussen Testersuite en Azure DevOps velden. Je ziet hiervoor de volgende opties:
- Proces – Aangezien elk proces in Azure DevOps zijn eigen velden en bijbehorende waarden kent, stel je per Azure DevOps proces wat je wil gebruiken een mapping in. Hier kies je het Azure DevOps proces waarvoor je een mapping wilt maken.
Let op: Alleen Azure Devops processen van het type Agile of Scrum bevatten standaard het work item type Bug. Dit zijn dan ook de enige processen waarvoor een mapping te maken is.
Onder het proces veld kunnen in de zogenaamde mapping Testersuite bevinding velden aan Azure DevOps velden worden gekoppeld. Dit zorgt ervoor dat data tussen deze velden heen en weer synchroon gehouden kan worden tussen de twee systemen. De volgende Testersuite velden zijn hiervoor momenteel beschikbaar:
- Korte omschrijving – Dit veld wordt standaard synchroon gehouden met het Azure DevOps bug veld Title
- Lange omschrijving – Dit veld wordt standaard synchroon gehouden met het Azure DevOps bug veld Repro Steps
- Status – Dit veld en de bijbehorende opties is te mappen met Azure DevOps bug velden van het type Picklist
- Prioriteit – Dit veld en de bijbehorende opties is te mappen met Azure DevOps bug velden van het type Picklist
Zodra je het Status en Prioriteit veld hebt verbonden aan de gewenste Azure DevOps velden verschijnt achter de naam van het gekozen proces het label ‘Mapping aanwezig‘. Wanneer er voor ten minste één proces een mapping aanwezig is, is de koppeling te gebruiken.
Let op: Wanneer deze twee velden niet gemapt zijn, zullen die bijbehorende projecten niet beschikbaar om straks te koppelen aan een testtraject.
Wanneer je de instellingen in Testersuite en de instellingen in Azure DevOps hebt voltooid kun je de koppeling in gebruik nemen door een testtraject verbinden met een Azure DevOps project.